1. “Di rider finirai pria dell' aurora.”
(Uw lach zal stoppen voordat de dag aanbreekt.) Met het naschrift:
“Ribaldo, audace, lascia ai morti la pace."
(Overmoedige, roekeloze, laat de doden rusten.)
Deze bedreiging, uitgesproken door het standbeeld van de vermoorde Commendatore tegen Don Giovanni moet molto espressivo gespeeld worden.�Het wordt gevolgd, in de tiende maat, door de vleesgeworden verschijning van het beeld zelf, nadat hij overmoedig is uitgenodigd door Don Giovanni. Het kenmerk van dit tweede motief is het zware en brede syncopische ritme van twee griezelige akkoorden.�Liszt past deze thema's drie keer toe tijdens de inleiding en altijd zo dat ze het begin markeren van de zin, waar zij toe behoren.
Een crescendo teken, dat op een�ff volgt, kan niet anders dan door een rustigere crescendo die terugleidt naar�ff�worden gespeeld.� Ten behoeve van de climax in maat 10, zou Ferruccio Busoni aanraden om de eerste�ff�te spelen met dynamische terughoudendheid.
Die Figur der rechten Hand nicht etwa "bravourös-präludierend zu schmeißen: sondern geradezu klirrend (getrennt) Gehör zu bringen; darum das Zeitmaß auszubreiten.
Indrukwekkende stilte.�(pedaal omhoog) het bulderen moet abrupt stoppen.�In tegenstelling tot Mozart's opera, waar de bas B nog gedurende twee tellen klinkt.
Hetzelfde, als in maat 11).
Vanaf hier moet het tempo "meno grave", of zelfs "Andante con moto" zijn;�de dynamische uitdrukking "sotto voce".�Ferruccio Busoni speelt deze hele variatie (tot aan de volgende�ff)�als de schaduw van zijn voorbeeld.�De luisteraar moet van de angstaanjagende kracht van de eerste passage herstellen.�Kortom, de sectie die hier begint moet klinken in de tegenovergestelde manier, zonder op de een of andere manier te vervallen in zwakheid.�Een volledig gemeten (bijna constante mars) ritme, een beperking in het gebruik van het pedaal, zal helpen bijdragen tot het gewenste karakter van deze passage.
De�ff�bijna zonder overgang, onverwacht.
"Tempestuoso" (stormachtig, onweer).�Liszt gebruikt deze uitdrukking telkens door zijn hele pianowerken.�Het is een lichte donkere nuance van ingetogen sfeer die eerder neigt naar piano.�De betekenis is waarschijnlijk dat van een bedreiging, een naderende, nog verre storm: een pittoresk idee dat vaak verkeerd wordt begrepen en ge�nterpreteerd, zelfs op de tegenovergestelde manier.�Het bewijs voor ons idee biedt maat 33, waar duidelijk p voorgeschreven staat.
De pauze moet een achtste noot duren.�Het vertaalt zeer expressief het "adembenemende" van de musikale (en dramatische) situatie.
Copyright © 2014 Inno de Linnep webmaster@delinnep.com